Wat gebeurt er in een team?

Hoe kan het dat een team stroperig voelt en een ander voedend en stromend?

Aanwijzingen voor een beter team

Hoe komt het dat het in sommige teams zo moeizaam gaat? Het kan stroperig en vermoeiend aanvoelen. Sfeer is niet al te best en de productie is laag. We houden wel meetings, maar we kunnen ze net zo goed niet houden. Er is geen daadkracht en er worden geen besluiten genomen.

Het antwoord ligt in de fasen die een team doorloopt. Tuckman noemde deze fasen: Forming, Storming, Norming, Performing. Daarnaast wordt wel van Adjourning (afscheid nemen) gesproken.

In de forming fase zijn we aan het zoeken: Wie horen er bij ons team en wie niet? Wat zijn dat voor lui? Met wie kan ik het denk ik wel vinden en met wie niet?

De stormingfase is de strijd om de macht. Wie krijgt meer en wie krijgt minder invloed in de groep? Wie zijn de veelpraters en wie zijn wat stiller? Ook de leider van de groep wordt getest en uitgedaagd. “Ben jij sterk genoeg om ons te leiden?” Dit is vaak de stroperige fase van de samenwerking. Als er een A zegt, zegt een ander B en de derde wil het gesprek over de procedure hoe we tot een A of B kunnen komen. De vierde irriteert zich aan de langzame voortgang en zegt daar niets over. De vijfde wil het vooral hebben hoe we naderhand het proces goed kunnen evalueren.

In de normingfase worden de ongeschreven regels van het team duidelijker. Als we met de groep om 9.00 uur afgesproken hebben, beginnen we dan ook om 9.00 uur of wordt het zo maar 9.15 uur zonder dat iemand daar iets van zegt. Deze fase noemen we ook wel de inclusiefase: hoe persoonlijk worden we met elkaar? Blijft het afstandelijk en veilig (we praten over files, het weer, mobile apps etc.) of worden we persoonlijker en vertellen we over onze zorgen, kinderen, verlangens en gevoelens.

De performingfase is de volwassen fase van de groep. De sfeer is goed, iedereen weet waar hij/zij aan toe is, productie is hoog en we schieten lekker op. We zijn het gebakkelei en de wat slechtere sfeer vaak weer vergeten. Het voelt als een warme jas. “Wat zijn we een lekker team”.

Als de adjourningfase aanbreekt zien we soms weer wat gekibbel ontstaan. Mensen zien tegen het afscheid op. Sommigen zitten al weer met een been in de volgende groep. De puntjes op de i zetten en ook nog dat laatste verslag produceren valt niet altijd mee.

Uiteraard lopen al deze fasen niet van soepel van boven naar beneden. Er kan een terugval zijn bijvoorbeeld als de opdracht of de omgeving van het team veranderd. Ook als er een nieuw teamlid komt beginnen we soms weer van voren af aan.

De moeilijkste en stroperige fase is dus de Stormingfase. Doordat we niet opschieten en de sfeer slecht is hebben we de neiging om elkaar wat de gaan vermijden. De frequentie van de teamvergaderingen schroeven we naar beneden. We hebben net een andere afspraak of we trekken ons terug in een vertrouwd subgroepje. En dat is precies de contraproductieve reactie. Hierdoor krijgt de groep geen tijd de machtsstrijd uit te werken en de ontwikkeling van de groep stagneert. Beter is het om elkaar juist wel op te zoeken, een hei-sessie te houden, of twee mensen die strijden om de macht met elkaar in een opdracht of sub-project te zetten. Dan kan het even spannend worden. Uiteindelijk zetten de relaties zich en kan de groep zich focussen op de taak.